AFGESTUDEERD

Voor iedereen die het nog niet wist (aka iedereen tegen wie mijn moeder nog niet heeft opgeschept dat ik klaar ben met school): IK BEN AFGESTUDEERD. Ik hoef niet meer belachelijk dikke boeken te leren voor tentamens. Ik hoef nooit meer drie kantjes aan bullshit bij elkaar te lullen over welke leerdoelen ik voor mezelf heb opgesteld. En ten slotte hoef ik nooit meer een project te doen met een groepje. Beste nieuws ooit. Want zeg nou zelf, iedereen gaat toch koken van binnen als ik alleen al het woord ‘projectgroep’ laat vallen?

Goed, klaar met school dus! Heb ik daarom veel met mijn kont geschud tijdens vreugdedansjes? Ja, tuurlijk. Eerlijk gezegd gedroeg ik me nog meer als een student, dan toen ik een student was (nee mama, papa, ik ben echt geen zuiplap). Maar tegelijkertijd had ik het gevoel dat ik een olifant op mijn schouders op wereldreis had meegedragen. Ik was misschien een uur klaar met mijn verdediging en daar kwam het, pats boem. Ik was kapot. Ingestort. Ik dronk champagne, ik deed leuke dingen. En op dat moment ging het ook wel. Maar de rest van de tijd was ik zo moe dat ik amper de bank afkwam.

Ik was moe, omdat ik eindelijk weer moe mocht zijn. Ik had mezelf tot het uiterste gepusht (moet ook wel, als je prefrontale cortex – je planningsgedeelte in je hersenen – nog steeds niet helemaal ontwikkelt lijkt te zijn). Ik was moe, omdat ik naast blijdschap ook verdriet voelde. Omdat mijn opa en oma me net niet zouden zien afstuderen. Ik had eindelijk tijd om na te denken over hun dood en over herinneringen van vroeger. “Als ik geen half jaar studievertraging had gehad, zouden ze me hebben zien afstuderen”, zei ik tegen Daan door mijn tranen heen. Alsof ik een keuze had.

Wat nu?

Ten slotte was ik moe, omdat ik nu ook behoorlijk in mijn broek schijt. Want de vraag die iedereen me nu stelt is: “Wat nu?” Ooit schreef ik voor Ondertussen.nl een artikel over welke gekke vragen jij jezelf moet stellen als je niet weet wat je wil met je leven. Als klein meisje wilde ik al schrijver worden. Als ik aan het schrijven ben, vergeet ik te poepen en te eten (en vooral dat eten is wel een dingetje, als de vreetzak die ik ben). Maar hoe ik dat ‘schrijven’ precies in moet vullen, weet ik nog niet. En bovendien wil ik natuurlijk ook gewoon mijn huur en een – sociaal – leven kunnen betalen.

Bestseller?

Soms vind ik het kut dat ik niet genoeg tijd heb om een heel seizoen van een serie op Netflix in een dag te kunnen kijken. Het volgende moment raak ik in paniek, omdat ik nog niet zo succesvol ben als ik zou willen zijn. Dat komt mede door social media, waar je over de verhalen van 16-jarige ondernemers struikelt. Super inspirerend, maar ook super benauwend. Als zij het kunnen op hun 16e, wat heb ik dan al die jaren met mijn leven gedaan? Juist ja, te veel Netflix gekeken.

Ik denk dat veel millennials de druk – onder andere door social media – voelen om succesvol te zijn. Iedereen lijkt het goed te doen, altijd te eten met vrienden, op verre reizen te gaan om zichzelf te vinden. En dan lag ik daar. Op de bank. Doder dan een zombie. Met wel een halve paniekaanval.

Gisteren voelde ik me voor het eerst niet alsof ik was aangereden door een trein. Gelukkig maar. Want damn it, ik ben pas 21 jaar. Ik voel me 99,99 procent van de tijd een nepvolwassene. Ik moet gewoon blijven inademen en uitademen. Ik ben fucking jong en moet nog veel meer van vreugde met mijn kont schudden, want this is just the beginning.