Ik ben een beetje allergisch voor het doen alsof alles goed gaat. Op social media post je alleen de hoogtepunten van je leven. We kunnen net doen alsof dat komt, omdat we ons van onze beste kant willen laten zien. Maar dat komt óók omdat we niet in andermans misère zijn geïnteresseerd. Als je een foto post van je diploma-uitreiking of van je vakantie, stromen die likes harder binnen dan het water van de Niagara waterval. Als je post dat jij je trein hebt gemist, zal misschien alleen je moeder het liken.
Dat geldt ook voor het echte leven. Ik schreef al eerder over de ‘Hey-Hey, hoe gaat het-Goed, met jou-Goed, druk druk druk, hè’-gesprekken. En hoe iemand zich dood zal schrikken als je opeens zegt: ‘slecht, mijn hond heeft een soa’. Maar soms is het leven gewoon kutter dan kut. Soms bestaat het leven uit janken op de bank, met je handen voor je gezicht. Soms bestaat het leven uit niets liever willen dan een knuffel van je moeder, terwijl je 21 jaar oud en af en toe best volwassen bent. Soms bestaat het leven uit zoveel koppijn, dat je denkt dat je hoofd gaat ontploffen.
Ik heb een kutweek gehad
En aangezien dit een dagboek van een twintiger is en alle twintigers (zeg, alle tieners, dertigers, veertigers etc.) ook wel eens een kutweek hebben, vond ik dat ik erover moest schrijven. Soms gaat niet alles goed.
Ik klonk al een aantal weken als een zeehond die een langzame dood tegemoet ging. Ik voelde me niet fit. Stel je niet zo aan, Tessa, dacht ik. Dus ik ging werken, bier drinken en hardlopen. Totdat ik afgelopen dinsdag schreeuwend wakker werd van de pijn, alsof iemand een mes keer op keer in mijn ribbenkast stak. Ik bleek een longontsteking te hebben en mag van mijn longarts de Dam tot Damloop niet rennen. Die wedstrijd van 16 kilometer ja, waar ik al vanaf maart netjes drie keer in de week voor train en waar ik zó trots op mezelf voor was.
Daarnaast lag mijn oma deze week in het ziekenhuis, waar ze een radioactieve slok kreeg om haar kanker te bestrijden. Precies in deze week werd de tumor bij haar ruggengraat zo groot dat ze nu een dwarslaesie heeft. Ze is verlamd in beide benen. Als kers op de kuttaart blijkt gisteren dat mijn opa, haar man, óók kanker met uitzaaiingen heeft. En ik kan niet bij ze op bezoek, omdat ik ziek ben.
Ik zei al: soms gaat niet alles goed. Soms bestaat het leven uit weken waarin je zo hard jankt dat het je geen reet uitmaakt dat je snot een eigen leven begint te leiden.