Als je Pascal nu zou zien of ontmoeten, zou je nooit denken dat hij me vroeger – toen we net van mama zelf naar school mochten lopen – met zijn gymtas sloeg. Niet één keer. Élke keer weer. Ja, tegenover zijn familie gedraagt hij zich nu als een keurige jongen… Maar het was echt een monster. Zo zorgde hij er ooit voor dat een speelgoedhelikopertje in mijn haar kwam vast te zitten (auch) en sloopte hij mijn gloednieuwe Barbie koets mét paard. En dat niet alleen, hij loog er ook nog eens glashard over. Hij probeerde de schuld zelfs op mij af te schuiven.
Je snapt wel, Pascal is opgegroeid tot crimineel mastermind en we spreken elkaar niet meer.
Ok, nee. Alhoewel we vaak vochten om de afstandsbediening en hij me ook af en toe aan mama verlinkte, had ik me geen beter klein broertje kunnen wensen. We maken tegenwoordig juist vaak grapjes over het “gymtas fiasco”. Dat kleine broertje steekt trouwens inmiddels een stuk boven mij uit. Ondanks dat hij retelang is, vergeet ik vaak dat hij niet meer zo klein is. Hij is achttien jaar oud en studeert (WHUT, ik ben dus praktisch bijna bejaard). Maar als het om hem draait ben ik nog steeds heel beschermend. Ik word woest als ik denk dat iemand hem pijn gaat doen. Alleen ik mag hem beledigen. Logisch.
Grotere wijzere zus (duh)
Een goede band hebben we dus niet altijd gehad. Ik kon vroeger heel goed alleen zijn en had ongeveer alle boeken uit de bieb gelezen. Pascal was juist enorm druk en werd met iedereen vriendjes. Maar toen in 2009 onze opa, oma en overgrootoma overleden en twee maanden daarna onze ouders aankondigden te gaan scheiden, groeiden we steeds meer naar elkaar toe. Niet gelijk. Ik zal nooit vergeten dat ik met hem op een kamer sliep toen we op vakantie waren met onze vader en ik erachter kwam dat hij onze moeder de schuld van de scheiding gaf. Ik was natuurlijk de oudere (en wijzere, nog steeds trouwens) zus en wát heb ik toen tegen hem geschreeuwd. Maar ik heb juist het idee dat we vanaf toen altijd eerlijk tegen elkaar zijn geweest. Niet dat ik mijn vader er de schuld van geef hoor, helemaal niet. Maar in een scheiding is het nooit zo zwart-wit als Pascal als het zag.
En daarnaast: hoe ouder we werden, hoe rustiger hij werd en hoe drukker ik. Ik ben zó trots op de persoon die hij geworden is en vast zal zijn in de toekomst. Naast dat we samen de kabouterdans in de woonkamer doen als ik weer eens kom eten thuis, kan ik met hem overal over praten. En al spreken we elkaar een paar dagen niet, ik weet dat hij altijd in mijn team zit. En dat ik altijd bij hem kan aankloppen om lekker te zeiken – of juist om te vertellen waar ik nu weer zo enthousiast over ben.
Deze blog heb ik geschreven toen ik bezig was met het artikel Je broer of zus is een irritante snotaap, maar hierom is het wel awesome dat jullie vrienden zijn voor Ondertussen.nl.