De haat-liefdeverhouding met sneeuw van mij – en Abir

Ik heb altijd al een haat-liefdeverhouding gehad met sneeuw. Ten eerste ben ik ontzettend jaloers op de balans en evenwicht van een flamingo. Zet mij op schaatsen, ski’s of een snowboard en ik ga gegarandeerd op mijn bek. Sneeuw vind ik daarom doodeng, ik ben niet zo goed in mijn lichaam opvangen met mijn ondertussen bevroren handen, dus loop ik tijdens sneeuw- en vriesdagen standaard met een blauwe kont rond. ‘GOOI JEZELF NAAR ACHTEREN, TESSA’, denkt mijn hoofd namelijk altijd als ik ook maar begin te wankelen.

Dan heb je nog het feit dat ik echt een beest wordt na een sneeuwgevecht dat tien minuten lang doorgaat, omdat ik nooit raak gooi en de ander wel. (En bovendien, wie vindt het nou echt leuk om sneeuw in zijn gezicht geduwd te krijgen? Wie? Vertel het me.) Maar ondanks dat en die standaard blauwe kont, vind ik sneeuw echt magisch.

Ik kwam er een paar weken geleden rond half twee ’s nachts achter dat het voor de eerste keer sneeuwde in Delft deze winter. Ik had die avond eerst wijntjes gedronken met Annebel en dronk om half twee nog steeds wijntjes, terwijl ik keihard aan het verliezen was van Daan met Risk. “Het sneeuwt, Daan”, schreeuwde ik, toen ik naar buiten keek. “Maak een foto van mij in de sneeuw, dat is leuk voor later!” Daan was het er niet mee eens: “Je gaat niet in je onderbroek naar buiten, Tessa.” De volgende ochtend half negen ging de wekker, en met een thermoskan koffie, mijn camera en een paracetamol achter mijn kiezen, gingen Daan en ik naar het park vlakbij ons huis. Het was één van mijn meest favoriete ochtenden ooit.


Het was de afgelopen dagen – en weken – niet één van de meest favoriete ochtenden van Abir*. Terwijl ik sta te wachten op de trein die me naar huis brengt, waar een verwarming, alle dekens die ik maar wil en een warme douche op me wachten, klaag ik op WhatsApp dat ik het zo koud heb. Ondertussen zit de 11-jarige Abir in een tentje in een vluchtelingenkamp. De mensen om hem heen zijn gevlucht voor hun leven, maar hebben nu de kans om dood te vriezen door de sneeuw op Lesbos. Abir heeft het zo koud, dat de sneeuw allang niet magisch meer is.

vluchtelingen
Foto: Twitter/WordLinkVIDEO

 

Wees blij met alle dingen die je normaal gesproken voor lief neemt. Bedenk je dat er mensen zijn die hun huis en vrienden hebben moeten verlaten, daarna in een overvol bootje zijn gepropt en nu – sneeuw of niet – in een tentje leven.

*Abir is fictief, maar er zijn genoeg échte kinderen zoals hem.